All Categories
Featured
Table of Contents
Hierbij vertrekt een straal vanuit de lichtbron en wordt gevolgd tot het camerastandpunt. infrarood verwarming thermostaat. De tweede manier is dan de backward raytracing. Hier wordt de straal vanuit het camerastandpunt gevolgd totdat de lichtstraal de lichtbron bereikt. Deze methode is sneller. Omdat het alleen maar de stralen berekent die te zien zijn vanuit het standpunt
Figuur 4: Principe van backward raytracing Bachelorproef Toegepaste Architectuur pag. 6 12 SPLIT FLUX FORMULA De split flux formula is een eenvoudige algoritme. Ze is gebaseerd op een manuele rekenmethode die door de BRE (Building Research Establishment) is opgesteld. De methode is gebaseerd op het principe dat de totale verlichtingssterkte van een bepaald punt in een ruimte het resultaat is van drie verschillende daglichtcomponenten: 1.
De reflectiecomponent op buitenoppervlakten 3. De reflectiecomponent op binnenoppervlakten Iedere component wordt apart berekend. infrarood verwarming thermostaat. Vervolgens worden ze met elkaar opgeteld om de totale verlichtingssterkte in dat punt te kennen. De component van binnenopervlakten wordt bepaald door het gemiddelde van reflectiecoëfficiënten. Hierdoor kan het zijn dat de daglichthoeveelheid onder- of overschat wordt
Figuur 5: Principe split flux formula PHOTON MAPPING Dit is in feite een verbeterde techniek van raytracing. De photon mapping is een gecombineerde rekenalgoritme en vrij recent (infrarood spiegels). Omdat het een gecombineerde algoritme is, zijn er twee stappen (infrarood verwarming thermostaat). De eerste fase combineert forward raytracing in photon mapping (geheugenstructuur) om het licht te verdelen in de ruimte om de lichtstoom op oppervlakten op te vangen
Het volgen van de lichtstraal vanuit het standpunt wordt dan gebruikt om het uiteindelijke beeld te vormen. Gecombineerde simulatiemethodes geven over het algemeen de beste resultaten. Voor het simuleren van daglicht is dit dan ook de beste methode (infrarood verwarming thermostaat). Software die van photon mapping gebruik maakt is onder andere Velux Daylight Visualizer
713 1.3. NORMEN Voor verlichting en daglicht in verschillende soorten ruimtes zijn normen vastgelegd DAGLICHT Tot op heden is er nog steeds geen Europese norm voor daglicht in gebouwen. Wel is er tweejaarlijks een werkgroep van internationale daglichtexperts. Hierin debatteren ze over daglicht. Dit Daylight Symposium wordt georganiseerd door Velux.
In 2011 was het thema van het Symposium Daylight in a Human Perspective - infrarood verwarming thermostaat. Tijdens het symposium kwamen ze tot de conclusie dat er een sterke correlatie bestaat tussen daglicht en menselijk welzijn. De uitdaging toen was om die kennis te vertalen naar toekomstige ontwerpen. Daarom werd beslist om Europese daglichtnorm uit te brengen
Met andere woorden moet de norm voorkomen dat er nieuwe gebouwen met onvoldoende daglicht gebouwd worden. 1 Daarnaast vonden de experten het ook belangrijk om stil te staan bij het effect van daglicht op mensen in bestaande gebouwen. Dat werd het onderwerp ( New eyes on existing buildings ) van het Daylight Symposium in VERLICHTINGSSTERKTE Een veel gebruikte norm voor lichtsterktes is de Europese norm NBN EN Dit is een norm voor werkplekverlichting (deel 1: werkplekken binnen).
De norm wordt zo vaak toegepast omdat de meeste gebouwen, waar specifieke eisen voor licht zijn, werkplaatsen zijn (scholen, kantoren, ). Bij verlichting van werkplekken zijn er meer aandachtspunten dan enkel de verlichttingssterkte (bij metingen is dit wel het belangrijkste criteria). infrarood verwarming thermostaat. Daarnaast is sinds 2011 aandacht nodig voor de lichtspreiding/uniformiteit, verblindingsgraad en kleurweergaveindex
Verlichtingssterkte (Em [Lux]) De verlichtingssterkte wordt opgedeeld in een schaal: lux De norm houdt rekening met 3 zones: het taakgebied, de directe omgeving en de achtergrond. Het is geen verplichting om over de volledige ruimte de waarden van het taakgebied te halen. 1 Bachelorproef Toegepaste Architectuur pag. 814 Wanneer een bediende op zijn computer werk verricht, is het taakgebied ongeveer de oppervlakte die nodig is om met de computer te werken.
De directe omgeving is een zone van minstens van 50 cm rond het taakgebied. In deze zone mag de verlichtingssterkte in stap lager zijn (300 lux). De derde zone, de achtergrond omvat 3m buiten de directe omgeving (infrarood verwarming thermostaat). In deze zone is de verlichtingssterkte minstens 1/3 van die in het taakgebied
Uniformiteit (UO) De uniformiteit is de verhouding tussen de minimale en gemiddelde verlichtingssterkte binnen een bepaalde zone. Dit wil zeggen dat het licht zo gelijkmatig mogelijk verdeeld moet worden. Afhankelijk van de toepassing is de minimale uniformiteit tussen 0,4 en 0,7 in het taakgebied. infrarood verwarming thermostaat. Verblindingsgraad (UGRL) Er is verblinding mogelijk wanneer in een gezichtsveld een bepaald deel een grotere verlichtingssterkte heeft dan de rest van het veld
Hoe lager het cijfer, hoe minder de verblinding. Kleurweergave-index (Ra) De kleurweergave-index is een cijfer tussen 0 en 100. Hoe hoger het cijfer, hoe beter kleuren worden weergegeven. Met ander woorden; hoe hoger het cijfer, hoe natuurlijker de kleur van voorwerpen, de omgeving en personen wordt weergeven. Dit zorgt voor een betere visuele beleving en meer comfort.
In dit onderzoek worden een bibliotheek en klasruimtes geanalyseerd - infrarood verwarming thermostaat. Tabel 4 geeft de belangrijkste waarden voor deze toepassingen weer. Em [Lux] UGRL Ra Bibliotheek Leesruimte Boekenrekken Balie Kantoor School Klaslokaal Klaslokaal (volwassen) Leraarskamer Inkom Refter Toiletten Tabel 4: Enkele gegevens uit NBN EN Bachelorproef Toegepaste Architectuur pag. 915 LIJST MET NORMEN Er bestaan zeer veel normen die van toepassing zijn op licht en verlichting
Hieronder staan enkele die wel gebruikt kunnen worden. NBN L /A1 NBN L NBN L /A1 NBN EN NBN EN Binnenverlichting van de gebouwen - Algemene principes Dagverlichting van gebouwen - Voorafbepaling van de daglichtverlichtingssterkte bij overtrokken hemel (benaderende grafische methode) Methoden ter voorafbepaling van verlichtingssterkten, luminanties en verblindingsindices bij kunstmatige verlichting in gesloten ruimten Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 1: Werkplekken binnen Licht en verlichting - Werkplekverlichting - Deel 2: Werkplekken buiten NBN EN Energieprestatie van gebouwen - Energie-eisen voor verlichting (+ AC:2010) NBN EN 1838 Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting Tabel 5: Lijst met normen Bachelorproef Toegepaste Architectuur pag.
INTERPRETATIE RESULTATEN Lichtanalyse wordt over het algemeen voorgesteld met een kleurenspectrum, net zoals bij warmtebeelden - infrarood verwarming thermostaat. infraroodpaneel. Figuur 7: Kleurenspectrum De blauwe (kille) kleuren betekenen dat er weinig licht is, de rode (warme) kleuren staan voor veel licht. Dicht bij een lichtbron (lamp, raam) zullen de waarden over het algemeen hoger (rode kleur) zijn dan dieper in de ruimte (blauwe kleur)
De kleuren hebben wel weinig betekenis als er geen referentiewaarden zijn. Het is dus belangrijk om te weten op welke schaal het kleurenspectrum toegepast wordt. Dit verschilt van software tot software. Vaak kunnen deze ook zelf ingesteld worden. Het is handig om het kleurenspectrum te koppelen aan de normen voor bepaalde ruimtes RESULTATEN VERBETEREN Er zijn verschillende elementen die rechtstreeks of onrechtstreeks invloed hebben op licht.
De aandachtspunten zijn: de omgeving (begroeiing), de materialen (reflectie van licht), de ramen (positie, grootte) en de inrichting - infrarood verwarming thermostaat. Wanneer meteen aan de normen voldaan wordt, is het natuurlijk niet nodig om hier specifiek rekening mee te houden. Wanneer de normen echter niet gehaald worden, zijn het bovenstaande factoren die voor hogere waarden zorgen OMGEVING De omgeving heeft vooral rechtstreeks invloed op het daglicht in een gebouw
Ook begroeiing (bomen, struiken) kan een schaduw werpen op ramen. smart spiegel. Dit kan ook omgekeerd werken (infrarood verwarming thermostaat). Bij grote raampartijen kunnen deze elementen oververhitting tegengaan. Aan nabije gebouwen kan men over het algemeen weinig veranderen, maar wat aandacht voor de omgevingsaanleg op het perceel kan het invallend daglicht verbeteren of net oververhitting tegengaan
11 17 MATERIALEN Vaak worden afwerkingsmaterialen in gebouwen puur esthetisch gekozen. Toch is het ook aangewezen om hun specifieke eigenschappen te bekijken. Bij lichtanalyse gaat het dan vooral over de reflectie-eigenschappen (kleur, structuur) - infrarood verwarming thermostaat. De fysica achter deze gegevens komt hier niet aan bod. Materiaal algemeen Harde materialen zullen over het algemeen meer licht reflecteren dan zachte materialen
Voor bepaalde gebouwen is het ook noodzakelijk om met zachte materialen te werken. infrarood verwarming thermostaat. Want er zijn natuurlijk nog andere normen dan lichtnormen (akoestische normen). Kleur Het is algemeen geweten dat donkere kleuren (zwart, blauw, paars) licht absorberen en dat lichte kleuren (wit, geel) het licht reflecteren. In kleine, donkere ruimtes is het aangeraden om lichte kleuren te gebruiken
Daarnaast toont de ruimte ook groter. Structuur De structuur van een materiaal is ook belangrijk voor het reflecteren van (zon)licht. Een glad oppervlak (bijvoorbeeld een gepleisterde muur) zal het licht meer weerkaatsen dan een muur in zichtbaar metselwerk. Bovenstaande opmerkingen worden geïllustreerd door figuur 8 en 9 - infrarood verwarming thermostaat. Bij figuur 8 werd gewerkt met lichte kleuren en keramische tegels
Latest Posts
Grande Tapisserie
Tapisserie A La Mode 2022
Glas Infrarood Verwarming